Ik neem mijn werk teveel mee naar huis.
Als ik een coach in supervisie heb, is mijn eerste vraag dan wel: wat maakt dat het teveel is? Heb je er persoonlijk last van? Heb je een opvatting dat dit niet zou ‘horen’ voor een coach? Wat is er aan de hand? En omgekeerd is ook leuk: ‘wanneer is het genoeg?’
Laten we er voor dit blog even vanuit gaan, dat jij als coach een zwaar gevoel ervaart na afloop van de coachgesprekken die jij op een dag voert. Je hebt de emoties bij de lastige vraagstukken van je klant als het ware overgenomen. En daar zou je vanaf willen.
Waarschijnlijk zou ik dan drie vragen eens met je onderzoeken
1. Wat heb jij, zelf, met ‘het werk’ van de klant?
Misschien lijkt het alleen maar alsof je het werk van de klant mee naar huis neemt. Niet zelden gebeurt het dat de vragen waarmee onze klanten worstelen, ook voor ons spelen. Toen ik net zelfstandig coach was geworden (daarvoor was ik coach in loondienstverband), kreeg ik ‘opeens’ veel mensen met een loopbaanvraag of het zelfstandig ondernemerschap iets voor hun zou zijn. Als je dus ‘s avonds op de bank nog bezig bent met hoe moeilijk het wel niet is voor je klant dat hij ‘bang is voor een terugval na een burn-out’, vraag jezelf dan eens af: waar ben ik bang voor? Wat heb ik met burn-out? Maak ik me onbewust zorgen over mijn eigen vermoeidheid? En dergelijke.
2. Wat heb je ‘aangenomen’ van het werk van de klant?
In het coachvak liggen zowel overdrachten en projectie als het ‘reddersyndroom’ op de loer. Met een coachopleiding weet je dit wel, maar toch kan het dan nog wel ongemerkt plaatsvinden. Zo weet ik nog het eerste coachtraject dat ik ooit deed. Ik coachte iemand wiens functioneren onder druk stond. Ik maakte me zorgen dat hij zijn baan zou verliezen, ‘omdat ik hem niet goed genoeg coachte’. Daar wist mijn supervisor van destijds wel uit te helpen. Die last had hij zelf te dragen: het was zijn baan en zijn verbeterinspanningen. En trouwens: wiens opvatting was het eigenlijk, dat het erg is om je baan kwijt te raken? Ze raakte een punt: ik was harder aan het werk, me meer zorgen aan het maken dan mijn coachklant. Ik had een deel van de zorgen en het werk overgenomen. En jaren later bleek deze klant ook in een heel andere functie veel gelukkiger te zijn.
3. Wat heb je ‘niet uitgedeeld’ naar het werk van de klant?
Als we wel iets vinden of voelen, maar hier geen uiting aan geven, dan blijft het vaak aan ons knagen. Daarmee is niet gezegd dat je alles zomaar aan je coachklant teruggeeft. Maar het gevoel dat je werk mee naar huis neemt, kan wel aanleiding zijn om eens te onderzoeken: wat durf ik niet uit te spreken aan deze klant (‘dat hij niet zo zielig moet doen’?), en op welke manier is dit waardevolle informatie (te weinig verantwoordelijkheid nemen voor het behalen van het doel) en kan ik dit de volgende keer wel effectief inzetten? (“wat denk jij dat er nodig is om je doel te halen? Ik denk namelijk dat het best veel zal vragen… en dat zie ik niet …)
Vaak zit op een van deze sporen wel een antwoord dat helpt om werk minder mee naar huis te nemen. En zo niet, dan vind ik het onderzoek nog boeiender om samen met iemand te doen!